Het gaat om dezelfde berekeningsmethode als voor de duur van de gewone vakantie maar met dat éne verschil dat de eerste vijf dagen aanvullende vakantie slechts aangevraagd kunnen worden na een periode van activiteit van 3 maanden (de zogenaamde "aanloopperiode").
Belangrijke opmerking: Het totaal aantal dagen gewone vakantie en aanvullende vakantie mag nooit het aantal vakantiedagen dat in verhouding tot de reeds in het vakantiedienstjaar geleverde prestaties berekend wordt, overschrijden.
Een concreet voorbeeld
Peter begint te werken op 1 juli 2024 in het arbeidsstelsel van 5 dagen per week. Zijn aanloopperiode reikt dus van 1 juli tot 30 september (ofwel 3 maanden):
- Vanaf de laatste week van deze aanloopperiode (ofwel op 24 september 2024) kan hij 5 dagen aanvullende vakantie aanvragen die hij voor 31 december 2024 moet opnemen;
- Vanaf de 4de maand van zijn contract (ofwel in oktober) kan hij in verhouding tot de geleverde prestaties andere dagen aanvullende vakantie aanvragen. Deze vakantie moet hij opnemen voor 31 december 2024 (ofwel maximum 5 dagen aanvullende vakantie erbovenop);
- Vanaf 1 januari 2025 heeft hij recht op 10 dagen gewone vakantie (overeenkomstig zijn prestaties in 2024) die hij moet opnemen voor 31 december 2025.
Dankzij deze berekeningsmethode kan hij 4 weken vakantie genieten tijdens de eerste 12 maanden van zijn contract : 2 weken aanvullende vakantie in 2024 en 2 weken gewone vakantie in 2025
Peter kan nog twee weken aanvullende vakantie vragen in 2025. Hij zal ze echter slechts in het tweede semester 2025 kunnen opnemen (bijv. een week in oktober en één week eind december) want hij heeft in 2025 reeds recht gehad op twee weken gewone vakantie die zijn recht op vakantie voor het eerste semester dekken. Anders zou hij recht op 6 weken vakantie krijgen tijdens zijn eerste twaalf maanden werk, hetgeen hoger is dan hetgeen in de wet voorzien is.
Op die manier kan Peter 4 weken vakantie nemen in 2025 (twee weken gewone vakantie en twee weken aanvullende vakantie), hetgeen in verhouding is tot de prestaties die hij in het jaar 2025 geleverd heeft (ofwel 12 maanden werken).
Enkele praktische voorbeelden
Voltijds zonder einddatum contract
Begin van de activiteit op 01/07/2024 | Begin van de activiteit op 01/11/2024 | |||
Activiteitsjaar | Recht gewone vakantie | Recht aanvullende vakantie | Recht gewone vakantie | Recht aanvullende vakantie |
2024 | 0 | 10 | 0 | 0 |
2025 | 10 | 10* | 3 | 17 |
2026 | 20 | 0 | 20 | 0 |
* dit recht op 10 dagen aanvullende vakantie kan slecht aangevraagd worden wanneer alle rechten op gewone vakantie 2025 uitgeput zijn en dus niet voor de maand juli 2025 (bijvoorbeeld in september voor de eerste 5 dagen en vanaf de maand december voor de laatste 5 dagen).
Voltijds met einddatum contract
Begin van de activiteit op 01/11/2024 (einde contract op 31/03/2025) | Begin van de activiteit op 01/01/2024 (einde contract op 31/12/2025) | |||
Activiteitsjaar | Recht gewone vakantie | Recht aanvullende vakantie | Recht gewone vakantie | Recht aanvullende vakantie |
2024 | 0 | 0 | 0 | 20 |
2025 | 3 | 2 | 20 | 0 |
2026 | 5 | 0 | 0 | 0 |
Begin van de activiteit op 01/07/2024 (einde contract op 30/06/2025) | Begin van de activiteit op 01/10/2024 (einde contract op 31/03/2025) | |||
Activiteitsjaar | Recht gewone vakantie | Recht aanvullende vakantie | Recht gewone vakantie | Recht aanvullende vakantie |
2024 | 0 | 10 | 0 | 5 |
2025 | 10 | 0 | 5 | 0 |
2026 | 10 | 0 | 5 | 0 |
Halftijds bij twee werkgevers die bij 2 verschillende vakantiefondsen aangesloten zijn, zonder einddatum contract (begin van de activiteit op 01/07/2024)
Activiteitsjaar | Recht gewone vakantie | Recht aanvullende vakantie |
2024 | 0 | 5 + 5 (elk vakantiefonds verhoudingsgewijs) |
2025 | 10 | 5 + 5* (idem) |
2026 | 20 | 0 |
* dit recht op 10 dagen aanvullende vakantie kan slecht aangevraagd worden wanneer alle rechten op gewone vakantie 2025 uitgeput zijn en dus niet voor de maand juli 2025 (bijvoorbeeld in september voor de eerste 5 dagen en vanaf de maand december voor de laatste 5 dagen).